Tips voor CoronaKits

 

Ondanks dat nu alles anders is, is het belangrijk om BASISBEHOEFTEN hetzelfde te houden.

  • Beweging: door bewegen zakt het stressniveau, slaapje goed en maak je stofjes aan die je een goed gevoel geven. Zorg ervoor dat je kind per dag een uur matig intensief beweegt. Dat betekent dat je hartslag en ademhaling omhoog gaat, maar dat je nog wel met elkaar kunt praten. Denk aan stevig wandelen, fietsen of de trap op en af lopen.
  • Goed slapen: kinderen hebben ongeveer tussen de 9 en 13 uur slaap nodig. Probeer hetzelfde ritme als gewoonlijk aan te houden. Regelmaat is belangrijk om een goed slaapritme te krijgen. Zorg overdag voor genoeg daglicht en stop een uur voor het slapen gaan met het kijken naar beeldschermen. Misschien heeft je kind op dit moment door alle stress moeite om in slaap te komen of wil hij/zij weer bij jou in bed. Probeer met je kind te praten over de zorgen en afspraken te maken over het slaapritueel.
  • Gezond eten: over gezond eten en drinken bestaan verschillende meningen. Op de site van het Voedingscentrum vind je aanbevelingen. Probeer erop te letten dat je ook in Corona-tijd voldoende groente en fruit binnenkrijgt.

 

Structuur – schema maken

De lockdown geeft verandering in ons leven. We moeten weer thuis werken, kinderen gaan niet meer naar school en we bewegen minder beweging. Ritme is heel belangrijk. Lichaam en geest functioneren beter als er een ritme is, een programmering.

  • Het maken van een schema kan helpen. Kijk daarbij wat past bij je gezinssituatie. Soms kan het bijvoorbeeld fijn zijn om een deel van het huiswerk in het weekend te maken, omdat je dan als ouder meer tijd hebt, omdat je zelf niet hoeft te werken.
  • Een schema is een hulpmiddel, geen verplichting. Probeer een paar dagen uit wat voor jullie gezin werkt en pas het later eventueel aan. Hoe gevoeliger je kind, hoe meer baat het heeft bij structuur. Structuur geeft een voorspelbaarheid en daarmee een veilig gevoel.

 

Hoe maak je een schema?

  • Begin met het plannen van de vaste activiteiten, zoals eten, naar bed gaan, werk, sport en ontspanning. Hou de regelmaat aan. Ga elke dag op tijd uit bed, verzorg jezelf en kleed je aan.
  • Plan daarna de verplichte afspraken in. Werk, voor de kinderen zorgen en andere verplichtingen. Bespreek met je partner hoe jullie de zorg voor de kinderen verdelen, zodat jullie ook nog kunnen werken.
  • Plan daarnaast leuke en ontspannende activiteiten. Probeer zowel in huis als buitenshuis activtieten te ondernemen. Terugtrekken en passiviteit kan leiden tot somberheid.
  • Maak ook afspraken over schermtijden!

 

Structuur – hulpjuf en hulpmeester

Je hoeft niet de perfecte juf of meester te zijn. Dit is een taak die je normaal gesproken niet of veel minder hebt. Kinderen kunnen geïrriteerd raken en bij ouders kan onzekerheid ontstaan.

  • Maak een schoolritme. Begin op een vast tijdstip. Gebruik een belletje om de dag te starten. Ook kun je een kookwekker gebruiken. Kinderen weten dan hoe lang ze zelfstandig moeten werken.
  • Wissel schoolwerk af met pauzes of een moment waarin ze iets voor zichzelf mogen doen. Op school gebeurt dit ook met een leesmoment of spelen in de poppenhoek. Verwacht dus niet dat je kind de hele dag aan zijn schoolwerk zit.
  • Voor kinderen kan jouw andere rol lastig zijn. Bespreek van tevoren dat je niet hebt geleerd om een juf of meester te zijn en dat je soms dingen niet weet.
  • Zet eventueel letterlijk een pet op. Kinderen weten dan dat je in de rol van hulpjuf op hulpmeester zit.
  • Maak gebruik van stiltetijd. Op school hangt vaak een stoplicht. Thuis kun je een fietslampje gebruiken. Als het stoplicht op rood staat, mogen kinderen niet praten. Als het op wit staat, mogen kinderen jou storen.
  • Stel jezelf gerust als het allemaal niet lukt. Stel je eisen en verwachtingen bij. Kijk wat voor jullie haalbaar is. Blijf in contact met de meester of juf. Vraag wat minimaal gemaakt moet worden. Je bent niet de enige met deze vraag. Alle ouders zitten in dezelfde situatie. Misschien ben je bang dat je kind een achterstand oploopt en doe je erg je best om dat te voorkomen. Leerkrachten zullen hard hun best doen om deze achterstanden in te halen. Daar zijn ze voor opgeleid!
  • Probeer jezelf niet te veel te vergelijken. Ieder gezin is uniek. Wat in het ene gezin werkt, werkt voor het andere gezin niet. Denk niet dat je de enige bent die het moeilijk vindt. Ook je baas zal moeten begrijpen dat werk en thuiszittende kinderen heel lastig is.

 

Structuur – werk

  • Als je een partner hebt, maak dan een overzicht van afspraken waar jullie echt bij aanwezig moeten zijn. Dan weet je wanneer de zorg voor de kinderen overgenomen moet worden. Maak dit schema samen, blijf in gesprek en doe dit aan het begin van de week. Dan ontstaan er gedurende de week minder spanningen.
  • Probeer eventueel andere werktijden te creëren door bijvoorbeeld uur eerder op te staan of in de avond nog een uur te werken. Zo ben je overdag meer beschikbaar voor je kind.
  • Deel de dag in in korte blokken. Maak tussendoor een ommetje, bak een cake of doe een spelletje. Dan kan iedereen daarna weer aan het werk.
  • Kinderen zijn gewend om met vragen naar hun ouders te gaan. Het is lastig inschatten of ze jou mogen storen of niet. Soms helpt het om een papier op je stoel te plakken met daarop werk of hulpjuf. Dan weet je kind in welke rol je zit. Leg je kind uit dat het in noodsituaties altijd naar je toe mag komen. Bespreek wat noodsituaties zijn.

 

Communicatie – met kind praten over Corona

  • Wat weet mijn kind al? Laat je kind praten over wat hij/zij al weet.Voer het gesprek in een vertrouwde omgeving, dat het kind vrijuit kan praten. Wuif zorgen niet weg. Zeg dat je het begrijpt en dat het normaal is om bang of boos te zijn. Als je kind bang is, richt je dan op wat het kind praktisch kan doen, namelijk handen wassen en op afstand blijven van andere mensen.
  • Eerlijkheid is belangrijk. Maar kinderen moeten ook beschermd worden tegen te veel en te heftige informatie. Als je iets niet weet, ga dan met je kind op zoek. Het Jeugdjournaal geeft bijvoorbeeld antwoord op veelgestelde vragen van kinderen.
  • Maak het niet te zwaar. Een gesprek over Corona en maatregelen hoeft niet ernstig te zijn. Je kunt er ook een liedje, een gedichtje, een dansje over maken.
  • Kinderen horen meer dan je denkt… Volwassenen praten op een andere manier over Corona en de maatregelen en kunnen ook relativeren. Kinderen kunnen gesprekken van volwassenen soms verkeerd interpreteren en daardoor vervelende gedachten krijgen. Let dus goed op dat je niet te veel bespreekt in aanwezigheid van de kinderen.

 

Communicatie – boosheid

Alles gaat de komende weken anders. Kinderen kunnen de verandering lastig vinden en worden daar gefrustreerd van. Ook kan verveling optreden. Leuke dingen zoals verjaardagsfeestjes kunnen niet doorgaan of een weekendje weg wordt geannuleerd. Dit geeft negatieve emoties. Soms gaan kinderen dan ruzie maken of weer in bed plassen.

  • Benoem de emoties van je kind. Dan weet hij/zij dat je de emoties ziet. Als je het niet ziet of wegwuift, worden kinderen opstandig en gaan zich terugtrekken.
  • Uit de emotie: heftige emoties moeten er soms uit, maar wel op een gepast manier. Buiten flink even stampen, een rondje rennen om het huis, dansen of krassen op papier. Erover praten kan ook heel opluchtend zijn.
  • Maak een plan. Als boosheid regelmatig de kop opsteekt, maak dan een plan met elkaar. Bedenk wat te doen als je kind boos is en schrijf dit op. Als ik boos ben, trap ik buiten tegen de bal. Of: als ik boos ben, ga ik afkoelen in de gang.
  • Ontspanning. Doe leuke en gekke dingen met elkaar. Zo lopen frustraties minder hoog op. Speel spelletjes en overnacht bijvoorbeeld in de woonkamer, alsof je gaat kamperen.
  • Complimentjes. Geef elkaar veel, heel veel complimentjes.

 

Communicatie – angst

  • Wuif de angst niet weg. Zeg dat het normaal is om af en toe bang te zijn als veel dingen onduidelijk zijn.
  • Kijk niet te veel TV over Corona. Beelden van bijvoorbeeld ernstig zieke patiënten kunnen angst geven. Kinderen kunnen nog moeilijk onderscheid te maken tussen beelden en hun eigen leven. Bovendien, er is niet overal gevaar.
  • Als iemand in de omgeving ziek wordt, benoem dat de kans klein is dat je kind ook ziek wordt. Zeg dat de meeste mensen niet zo ziek worden en meestal gewoon weer beter worden. Benoem dat dokters en verpleegkundigen heel hard werken om mensen beter te maken.
  • Breng je eigen angst en onzekerheid niet over op je kind. Kinderen voelen spanning van hun ouders haarfijn aan. Het helpt kinderen als jij zelf rustig kunt blijven. Zorg daarom goed voor jezelf als ouder.

 

Creatieve mogelijkheden

  • Digitaal oppassen: heb je bijvoorbeeld al gevraagd of je ouders via de beeldbelverbinding je kinderen een uurtje willen vermaken? Ze kunnen bijvoorbeeld samen met je kind een liedje schrijven of je kinderen kunnen een toneelstukje opvoeren voor opa en oma.
  • De boodschappen laten bezorgen. Ga de komende tijd voor gemak en laat sommige dingen voor je doen.
  • Vraag aan je werkgever of je toch een dagje op kantoor kunt werken en neem de kinderen dan mee. Even in een andere omgeving kan goed doen.
  • Dankbare momenten. Positief denken kun je leren. Schrijf elke dag op wat jou blij heeft gemaakt of goed heeft gedaan. Je kunt bijvoorbeeld tijdens het eten een rondje maken en iedereen te laten noemen waar hij dankbaar voor is.
  • Handenwas-dans: klik op deze link.
  • Sport samen met je kind. Samen yoga of samen push-ups. Je kunt ook een wedstrijdje doen, bijvoorbeeld wie de meeste kikkersprongen kan maken. Zappsport@home heeft elke dag een nieuwe work-out van 15 minuten die je met je kind kunt doen.
  • Laat je kind gewoon buiten spelen. Kinderen jonger dan 12 mogen naar buiten. Het is belangrijk dat je kind contact houdt met andere kinderen in de klas of in de buurt.
  • Als je kind de oppas of opa en oma erg mist:
    • ga even langs om voor het raam te zwaaien
    • laat je kind via beeldbellen activiteiten met opa en oma doen die hij/zij altijd doet, zoals voorlezen, knutselen of taal oefenen.
    • Laat de kinderen tekeningen, kaartjes of knutsels maken die je dan opstuurt of bij de ontvanger aan de voordeur hangt.